Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen ontstak de toorn van Balak tegen Bileam, en [17]hij sloeg zijn handen samen; en Balak zeide tot Bileam: Ik heb u geroepen, om mijn vijanden te vloeken; maar zie, [18]gij hebt hen nu driemaal gedurig gezegend! 17. Tot een teken van toorn en verdriet. 18. Hebreeuws, zegenende hebt gij hun gezegend.